Naar nieuws

Jeugdzorg sterker en beter (3): netwerkvorming en samenwerking

29 oktober 2020

‘It takes a village to raise a child’ of ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’. Oneliners die de wereld eenvoudiger doen lijken. Maar de praktijk blijkt weerbarstig. Dit gaat zeker ook op in de jeugdzorg. De Jeugdwet heeft geleid tot ingrijpende verandering in de jeugdzorg, met een grote impact op alle betrokkenen. Dat vraagt om nieuwe samenwerkingsverbanden en anders werken. Eerder las je al op welke vijf oplossingsrichtingen Mura Zorgadvies inzet om de zorg voor jeugdigen te versterken. In dit artikel lees je meer over de derde oplossingsrichting: Zet in op netwerkvorming en samenwerking in de jeugdzorg.

Over je eigen schutting kijken

Het dagelijks leven kent geen domeingrenzen. Samenwerken met ouders en jongeren in de jeugdzorg vraagt om kijken wat er in de leefsituatie nodig is en daarnaar handelen. Om problemen in het dagelijks leven met een gezin of jongere aan te pakken heb je dus juist een brede blik nodig. Waarbij het stimuleren van eigen regie en veerkracht van het gezin en de jongere natuurlijk de basis is (daarover lees je in een volgend artikel meer).

Gemeenten, welzijn, (eerstelijns)zorgverleners, onderwijs willen wel vanuit die brede blik werken, maar vaak zijn ze onvoldoende op de hoogte van wie er allemaal werkzaam zijn in hun gemeente of regio en wat het aanbod precies is. Men spreekt bovendien elkaars taal niet, gaat uit van aannames en heeft niet altijd evenveel vertrouwen in elkaar. Veel zorg- en ondersteuningsaanbod is versnipperd en zowel ouders als professionals ervaren ‘schotten’. Men werkt -met de beste bedoelingen- langs elkaar heen. De samenwerking tussen gemeente, zorg en onderwijs kan veel beter. Hoe dan? De verwijsstructuur kan beter, de terugkoppeling na doorverwijzing wordt gemist en men heeft niet het gevoel ‘samen’ bezig zijn met/voor een kind/gezin.

“Samenwerken is moeilijk, dat weten we. Maar uit praktijkvoorbeelden blijkt dat het wel kán. Bijvoorbeeld jeugdbeschermers die samen met sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen gezinnen ondersteunen. De gezamenlijke inzet van jeugd- en onderwijsbudgetten om gezinshulp en speciaal onderwijs te combineren. De inzet van Wmo-voorzieningen of leerlingenvervoer om met praktische hulp schooluitval te voorkomen. Of samenwerking tussen woningcorporaties, jeugdzorg en volwassenen-ggz om kwetsbare jongeren tussen 16 en 27 jaar te ondersteunen.” (bron: NJi)

Samen kom je verder

De eerste stap tot betere samenwerking: elkaar leren kennen. Dat klinkt makkelijk, maar het is wél de basis. Ga met elkaar in gesprek. Het belang van het kind staat altijd voorop, systemen zijn daaraan ondergeschikt. Wat betekent dat? En wat verstaan we eigenlijk onder ‘goede jeugdzorg’? Vallen bijvoorbeeld paardentherapie, kindercoaching en huiswerkbegeleiding eronder? Welke belangen spelen? In de visie van Mura kun je zonder dit goede gesprek nooit een solide samenwerking opbouwen. Is er draagvlak, vertrouwen en een gezamenlijke visie? Zet dan concreet in op: 

  • Het versterken van samenwerking tussen gemeente en eerste lijn, zodat huisartsen en sociaal team elkaars rollen en werkwijze in de zorg voor de jeugd kennen en waarderen. Dit draagt bij aan meer vertrouwen in elkaar en elkaars werkwijze en betere afstemming en deskundige afweging voor het inzetten van jeugdzorg;
  • Het vormgeven van verwijsafspraken en ketensamenwerking, zoals het maken van afspraken over wie wanneer wordt geïnformeerd en op welke veilige manier informatie kan worden uitgewisseld;
  • Het efficiënt inrichten van processen, zodat jeugdigen en gezinnen tijdige, passende en effectieve zorg of ondersteuning krijgen;
  • Het gebruiken van e-health, digitalisering en gegevensuitwisseling, zodat men (met in achtneming van privacy) van elkaar weet welke zorg er wordt aangeboden door de huisartsenpraktijk en door het sociaal team én wat het ingekochte zorgaanbod door de gemeente is;
  • Kennisdeling en lerende netwerken. Alleen afspraken maken is onvoldoende. Ook het opbouwen van een relatie tussen professionals is van belang. Daarbij is aandacht voor overlegmomenten, communicatie, terugkoppeling, en vertrouwen in elkaars expertise nodig. Luister en leer echt van elkaar en zorg ervoor dat wat werkt ook blijft werken!

 Communicatie: middel tot samenwerking en efficiënte zorg

In Rivierenland werken we in de zorg voor ouderen al met het communicatieplatform OZOverbindzorg. Er zijn verspreid over Nederland ook al goede ervaringen met OZOverbindzorg in de zorg voor jeugdigen. Communicatie tussen school, gemeente, zorgverleners en ouders kan door de AVG richtlijnen niet meer ‘zomaar’ via de mail. Dit moet allemaal beveiligd. Met als gevolg dat je voor elke mail over een jeugdige een code krijgt om de informatie te kunnen lezen. Als je veel met jeugdigen werkt, kost dit proces veel tijd. Met OZOverbindzorg is dat verleden tijd, je communiceert veilig naar wie jij wilt in het netwerk (geen codes meer nodig!). En ouders worden veel meer betrokken in de communicatie en krijgen hierdoor meer regie.  De kracht van OZOverbindzorg is dat álle partijen die betrokken zijn bij het kind of de jongere eenvoudig toegang krijgen tot het platform, met als resultaat betere afstemming en samenwerking. Nieuwsgierig wat OZOverbindzorg is, hoe het werkt én wat het oplevert? Meld je dan aan voor het gratis webinar ‘Samen werken aan een sterke jeugdzorg’ op 9 december.

Vijf oplossingsrichtingen

Mura kijkt breed naar maatschappelijke oplossingen voor problemen in de jeugdzorg. Jeugdzorg is niet iets ‘van de gemeente’. Wil je écht tot een goed functionerende aanpak komen, dan heb je elkaar hard nodig. Maar samenwerken gaat niet vanzelf. Het is een belangrijke pijler om te zorgen dat de jeugdige en zijn/haar gezin de best passende oplossing krijgt.
De vijf pijlers waarop Mura inzet voor een sterkere, betere jeugdzorg zijn:

  1. Bieden van inzicht en stuurinformatie, zodat je inzicht krijgt in jouw lokale situatie en weet of jouw aanpak werkt;
  2. Meer preventie en versterken van de sociale basis, zodat je problemen voorkomt;
  3. Netwerkvorming en samenwerking, zodat je efficiënter en met beter resultaat samenwerkt;
  4. Sterke eerste lijn, zodat je minder specialistische hulp nodig hebt;
  5. Sterke jeugd(zorg)teams, omdat professionals én ouders zelf goed weten wat nodig is!

Herken je deze uitdagingen? Wil je weten hoe het er in jouw gemeente voor staat? En welke praktische oplossingen er zijn? Neem dan contact op met Eefje de Bruijne of Suzan Buitenhuis.