RST Zorgverleners vernieuwt strategische koers met data en dialoog
Van landelijk werken naar regionaal maatwerk
Succesvol strategisch beleid maken in de zorg vraagt om een goede balans tussen het benutten van zowel praktijkervaringen als concrete cijfers. In een adviestraject bij RST Zorgverleners, bracht Mura precies die twee elementen samen.
RST Zorgverleners is een landelijke zorgorganisatie die wijkverpleging, kraamzorg en huishoudelijke ondersteuning levert in de strook van Zeeland tot Overijssel. Peter Boudewijn, voorzitter van de Raad van Bestuur van RST, vertelt dat zijn organisatie een gedragen strategie wilde opstellen om goed voorbereid te zijn op de toekomstige zorgvragen. “Wij kregen dat proces zelf echter niet goed van de grond. Als zorgverlener wordt je werk bepaald door de waan van de dag; door dat wat onze cliënten acuut nodig hebben. Daarom hebben we Mura gevraagd om ons te helpen bij het opstellen van een visie en strategische doelen. Mura past goed bij ons. Zij hebben ervaring in verschillende disciplines binnen de eerste lijn, dat is ook hoe wij werken. Zij namen ons echt bij de hand in dit traject.”

Data als vertrekpunt voor gefundeerde discussie
Mariëtte de Vries, adviseur bij Mura, ondersteunde RST hier bij. “Veel organisaties maken steeds weer nieuwe jaarplannen vanuit een plan-do-check-act cyclus. Daarbij vergeten ze soms uit te zoomen naar bredere trends en ontwikkelingen in hun vakgebied en de maatschappij. Terwijl dat hele essentiële vraagstukken oplevert, denk aan: Wat betekent het voor de vraag en het aanbod van zorg als er steeds meer eenpersoonshuishoudens komen? Wat is de impact van de toename in leefstijlziekten op je zorgaanbod? RST kwam zelf met het initiatief om trends en data als solide basis te gebruiken in hun strategie.”
Mura organiseerde in alle zeven regio’s waar RST werkzaam is, dialoogsessies rondom data – allereerst voor de wijkverpleging. In die sessies schoven zowel wijkverpleegkundigen, als managers, als collega’s uit de ondersteunende diensten aan. Mura-adviseur Ellen Selten ontwikkelde voor elke regio een eigen regiobeeld. Ellen: “Daarin namen we gegevens op over bevolkingskenmerken zoals de groei van het aantal ouderen en eenpersoonshuishoudens. Maar ook over de regionale zorgbehoefte: in welke wijken wonen de meeste ouderen met een broze gezondheid, waar komen overgewicht, psychische klachten en ongezonde leefstijl het meest voor? Voor arbeidsmarkttrends zochten we uit hoeveel personeel de komende jaren gaat uitstromen per regio, en keken we naar de ontwikkeling van het mantelzorgpotentieel.”
Van landelijk naar regionaal werken
De regiobeelden vormden het startpunt voor de dialoogsessies, waarin de cijfers uitgebreid werden besproken en geduid. Daarbij kwamen flinke regionale verschillen aan het licht. Niet gek voor een organisatie die zowel werkt in de verstedelijkte Drechtsteden-regio, als in meer landelijk gebied zoals Barneveld en omstreken. Peter: “We hebben de regiobeelden bekeken en ons afgevraagd: Wat betekent dat nou voor RST? Dat leverde mooie inzichten en soms ook spanningsvelden op. We willen landelijk op een uniforme manier werken, maar onze werkgebieden zijn zowel qua zorgvraag als qua beschikbaar personeel niet gelijk. We moeten ons verhouden tot die verschillen en meer maatwerk bieden in beleid per regio.”
“We willen landelijk op een uniforme manier werken, maar onze werkgebieden zijn zowel qua zorgvraag als qua beschikbaar personeel niet gelijk.”
Mariëtte geeft een voorbeeld: “Uit de data bleek dat de mantelzorg beter op orde is in de landelijke gebieden met grotere gezinnen. Dat heeft soms ook een keerzijde: tegen de tijd dat de zorgvraag naar RST gaat, is er vaak al hele complexe zorg nodig. Dan is de vraag: kun je meer voor die cliënten betekenen, als je eerder ingeschakeld wordt? Ook zagen we dat je je personeel soms anders moet inzetten door regionale verschillen in de zorgvraag. Zeker in de avond- en weekenddiensten moet je wijkverpleegkundigen uit de éne regio soms inzetten in een andere regio. Dat is even wennen voor iedereen.”
Beleid van onderaf opbouwen
Vooraf had RST een duidelijke wens geuit: het beleid nu eens niet top-down bepalen, maar van onderaf opbouwen. Peter: “Vroeger hoorde je vaak: ‘dat heeft het strategische team of de raad van bestuur nou eenmaal zo bepaald’. Die plannen voelden niet als ‘van ons allemaal’. Onze medewerkers vroegen regelmatig om een grotere stem in het geheel. Dat wilden we graag waarmaken, maar dat was best een omslag. Mensen willen meer zelf aan het stuur. Maar zodra je die ruimte biedt – vragen ze vaak toch weer om kaders. Dat is een mooi proces!” Mariëtte: “De dialoogsessies waren echt open gesprekken. Er is echt ruimte geboden aan de ideeën waar de deelnemers mee kwamen. Die ruimte hebben zij ook ervaren en werd zeer gewaardeerd.”
Draagvlak automatisch ingebakken
RST baseerde het jaarplan voor 2024 zelfs grotendeels op de inzichten die uit de regiosessies kwamen, naast de externe ontwikkelingen. Heeft de bottom-up benadering tot een hele andere strategie geleid? “Het is inhoudelijk niet per se heel anders”, stelt Peter. “Maar dankzij dit proces zit er automatisch draagvlak ingebakken. Vroeger moesten we meer op de zeepkist met onze plannen. Nu voelen onze mensen: Er is echt naar ons geluisterd.” Daarnaast leerde de organisatie beter omgaan met structurele verschillen tussen de regio’s. “Natuurlijk willen we dat alle teams op een bepaald niveau van ‘volwassenheid’ komen, maar we snappen en accepteren nu ook dat er altijd regionale verschillen zullen én mogen zijn.”
“Dankzij dit proces zit er automatisch draagvlak ingebakken. De mensen voelen: Er is echt naar ons geluisterd.”
Zelf aan de slag?
Peter benadrukt: “Zonder Mura hadden we dit allemaal niet voor elkaar gekregen. Maar vanaf 2026 willen we dit zélf kunnen.” Daarom gaf Ellen twee trainingen over het vinden, lezen en interpreteren van data. Ellen: “De meeste deelnemers waren erg enthousiast. En soms ook kritisch, maar dat moet ook. De grote zorgvraag die er volgens de cijfers aan komt, werd bijvoorbeeld nog niet overal herkend en gevoeld. Het is belangrijk om te beseffen dat het in zo’n proces niet gaat om de exacte cijfers, maar om de bredere trends. Data zijn altijd kwantitatief, maar daar hoort een kwalitatief gesprek bij. Je kunt vanuit de cijfers en vanachter je bureau nooit de hele werkelijkheid zien. Juist de context is heel belangrijk om te cijfers te interpreteren. En dat gaat het beste in een gesprek.”
Peter gelooft dat het middenmanagement een belangrijke rol heeft in data en trends te verwerken in teamplannen. “De één heeft dat sneller in de vingers dan de ander, maar we vragen van iedereen om zelf goed bij te blijven bij de ontwikkelingen in hun eigen regio. Gelukkig zit regionaal kijken inmiddels wel verankerd in onze zorg, dankzij Mura.”
Veel potentie
Peter vertelt dat hij door dit proces heeft geleerd hoeveel potentie er in zijn organisatie zit. “Van management tot werkvloer; onze mensen kunnen dit echt wel. Je ziet dat ze nu echt meer met ons meedenken. Ook mensen die eerder onder het maaiveld bleven, zie je ineens opstaan en met hele goede ideeën komen. Dit proces heeft ook dat gefaciliteerd. Ik zou zorgorganisaties met een vergelijkbaar strategisch vraagstuk dan ook adviseren: doe het niet allemaal zelf. Zoek een partner die dit goed kan en die óók affiniteit heeft met de inhoud. Want ook dat is belangrijk. Deze manier van werken heeft zich bewezen in de praktijk. Daarbij is het wel belangrijk dat je er zelf als management en directie ook genoeg tijd en betrokkenheid in steekt, anders zakt de boel weer in zodra je externe partner weg is.”
Contact
Wil jij de strategie van je eigen organisatie aanscherpen? Meer inzicht krijgen in je werkgebied met behulp van een regiobeeld? Neem gerust contact op met adviseurs Mariëtte de Vries en Ellen Selten. Zij vertellen je graag over de mogelijkheden.
Lees ook: Regiobeelden en dialoog helpen RST Zorgverleners bij het bepalen van strategische doelstellingen.