Drieluik Ouderenzorg (3) – Specialist ouderengeneeskunde Inga Melsert: “In de MESO-praktijk zien we hoe complex de zorg in de thuissituatie van de oudere is”
In dit drieluik laten verschillende artsen hun licht schijnen op samenwerking in de ouderenzorg. Waar zien zij vanuit hun vakgebied de belangrijkste ontwikkelingen? Wat zien zij in de regio Rivierenland? En waar kan het beter? Inga Melsert, specialist ouderengeneeskunde (SO) en kaderarts psychogeriatrie bij SZR in Tiel: “In een intramurale setting is er veel meer overzicht van de situatie van de kwetsbare oudere, als zij nog thuis wonen moet je dat overzicht echt samen creëren”.
“De regio Rivierenland vergrijst sneller dan gemiddeld, ook is de laaggeletterdheid hier wat groter, dat brengt extra risico op kwetsbaarheid met zich mee. Daar moeten we de ouderenzorg op inrichten”. Inga werkte altijd intramuraal, sinds twee jaar werkt ze ook in de MESO-praktijk samen met het Eerstelijnscentrum Tiel (ECT). Huisartsen kunnen het MESO-team inschakelen bij complexe problematiek bij de oudere in de thuissituatie. Huisarts Floor Kolthof vertelde ook al over haar ervaringen met MESO in deel twee van dit drieluik: “Er is meer kwaliteit van leven bij de patiënt en wij als artsen zijn ook zeer positief.”
Hoe lang is thuis wonen nog veilig
“Toen ik bij de MESO-praktijk startte in 2021, zaten we midden in de COVID-periode dus er was veel eenzaamheid onder ouderen. De huisartsen van het ECT riepen onze expertise vaak in om in te schatten of thuis wonen nog verantwoord was. Als een patiënt alleenstaand is, geen kinderen heeft of alleen op grote afstand, verward is of valt, dan maakt dat iemand extra kwetsbaar. En dan heb je het over ouderen waarmee zowel lichamelijk al psychisch ‘iets aan de hand is’”, vertelt Inga. “We weten allemaal dat de oplossing niet zit in mensen intramuraal een woonplek aan te bieden. Dus zoeken we het naast de betrokken zorgverleners ook in de inzet van het sociaal domein. Dat kunnen voorzieningen vanuit de WMO zijn, zoals dagactiviteiten, Home Instead, of Mozaïek Welzijn, de dementieconsulenten of misschien toch begeleid wonen. Het vraagt veel coördinatie en overzicht houden.”
Wat is MESO?
MESO staat voor Multidisciplinaire Eerstelijnsouderenzorg met een Specialist Ouderengeneeskunde. Het MESO-team doet onderzoek en stelt samen met de oudere, naasten en betrokken zorgverleners een zorgplan op en blijft tot een half jaar betrokken. De huisarts blijft hoofdbehandelaar. Het ECT nam succesvol deel aan een pilot voor het MESO-concept. Op basis van de resultaten wordt gekeken naar verdere uitbreiding naar andere regio’s.
Andere tak van sport
Inga omschrijft haar werk voor de MESO-praktijk als een hele andere tak van sport dan intramuraal werken: “In een verpleeghuissetting kun je een verzorgende vragen om een patiënt even in de gaten te houden, dat is een veel beter controleerbare omgeving. Het is allemaal een stuk complexer als je kwetsbare ouderen onder je hoede hebt in de thuissituatie, zoals ook de huisarts dat heeft. Dan is het fijn om in de regio Tiel via OZOverbindzorg met alle betrokken partijen rond een cliënt te kunnen communiceren over wat er gedaan wordt of al gedaan is. Dat is echt een grote meerwaarde! Je loopt tegen beperkingen aan als andere collega’s niet “in het systeem zitten.”
Andere manieren van werken
De communicatie tussen collega-zorgverleners loopt dus vlot via directe samenwerking en OZOverbindzorg, maar Inga loopt ook tegen beperkingen aan. “Als er voorzieningen moeten komen die gefinancierd worden vanuit de WMO, dan moet je vaak lang wachten voordat je aan een oplossing kunt gaan werken. Dat is vooral jammer voor de cliënt.” Volgens Inga is het ook dubbel werk: “Wij doen vanuit het MESO-team ook al een uitgebreide intake, dat gebeurt dan door de gemeente nog een keer. We hebben het al eens met ze besproken en daar was ook echt begrip, maar er gelden voor gemeenten toch verschillende protocollen en procedures wat de samenwerking in de praktijk toch lastig maakt.”
Protocollen als obstakel
Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij verwijzingen naar het ziekenhuis. Inga: “Als ik een patiënt van zestig met cognitieve klachten wil insturen voor een beeldvormend hersenonderzoek, een MRI, om uit te sluiten dat deze persoon een tumor heeft, dan moet een andere arts dat doen. En ook in het ziekenhuis komt er een heel proces op gang van verrichtingen die plaats moeten vinden voordat de MRI gemaakt kan worden. Er moet eerst een DBC geopend worden, een intake, vergelijkbaar met wat wij al gedaan hebben.” Het zou dus veel tijd en kosten kunnen besparen als de SO rechtstreeks mag verwijzen en als de voor-informatie vanuit MESO beter gebruikt wordt. “Protocollen en kwaliteitseisen staan in de weg, er zou een ‘b-module’ moeten zijn voor verwijzing”, vindt Inga.
“Een simpel medicatieschema op papier is ook al prima: de oplossing hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het helpt de patiënt en zijn naaste om regie te houden.”
Medicatieschema voor thuis
“Wat ik ook echt een uitkomst zou vinden is een medicatieschema voor de patiënt in de thuissituatie. Gewoon een A4 waar op staat welk medicijn er op welk moment van de dag ingenomen moet worden”, vervolgt Inga. Ze geeft een voorbeeld: “De laaggeletterde echtgenoot van een patiënte liep echt op z’n allerlaatste benen in de begeleiding van zijn vrouw. Hij was het overzicht van alle medicatie helemaal kwijt. In een verpleeghuis is er een volledig medicatieoverzicht maar in de thuissituatie is die er niet. Wij kozen er uiteindelijk voor om baxteren in te zetten. Het echtpaar kreeg per week een rol met zakjes met naam, datum en tijdstip van de in te nemen medicatie. Een andere stap is de inzet van thuiszorg die de medicatie komt toedienen en het overzicht houdt. Of zorgdomotica, zoals een medicijndispenser. Maar een simpel schema op papier is ook al prima: de oplossing hoeft niet ingewikkeld te zijn. En het helpt de patiënt en zijn naaste om regie te houden.”
Inzet van buurthuizen en steunpunten
Als we vragen waar Inga op hoopt in de ontwikkeling van ouderenzorg dan stelt ze: “Meer gebruik van buurthuizen en steunpunten. De drempel daarvoor is nog vaak te hoog voor de eenzame patiënt. De inzet van een vrijwilliger die helpt om de eerste stap te zetten is zo welkom, zo niet essentieel! Als iemand eenmaal vertrouwd is met zo’n buurthuis en er regelmaat is in het bezoek dan kan die vrijwilliger weer iemand anders er naartoe begeleiden. Dus er is ook een grote behoefte aan die vrijwilligers.” En wat nog meer? Inga: “Vanuit MESO-praktijk kunnen we ook makkelijk overleggen over cliënten met de afdelingen geriatrie en neurologie van het ziekenhuis, maar dat wordt weinig benut. Er moet natuurlijk een aanleiding voor zijn, maar ik zou zeggen dat het wel degelijk nuttig is om korte lijntjes te houden.”
De kracht van de lokale netwerken geriatrie
Ook hoopt Inga dat de lijnen met de gemeenten nog hechter worden. “Ik heb goede ervaringen met de netwerken geriatrie. Dat is een vast overleg tussen disciplines vanuit zorg en sociaal domein; de thuiszorg, dementieconsulenten, SO’s, huisartsen, gemeente en welzijn, vaak over een wisselend thema. Dat netwerken heeft echt meerwaarde. De kracht zit ‘em echt dat we elkaar daardoor weten te vinden. Zo kunnen we de omgeving veel specifieker rond de kwetsbare oudere inrichten.”
Programma Samen… Oud in Rivierenland
In Rivierenland werken we nauw samen om ouderen te voorzien van de juiste zorg op de juiste plek. ‘Samen… Oud in Rivierenland’ is dé aanpak in Rivierenland waar zorg en sociaal domein samenwerken voor innovatieve zorg voor ouderen. Dit doen we met Eerstelijns Centrum Tiel, Zorggroep Gelders Rivierenland, Zorgcentra De Betuwe, Santé Partners, SZR, Ziekenhuis Rivierenland, GGD Gelderland Zuid, de Rivierenlandse gemeenten Buren, Culemborg, Neder-Betuwe, Tiel, West-Betuwe en West Maas en Waal en Mura Zorgadvies. Mura is programmamanager van ‘Samen… Oud in Rivierenland’.
Vragen?
Heb je vragen over het programma Samen… Oud in Rivierenland of over de projecten? Wil je het werkplan 2023 ontvangen? Neem dan contact op met Eefje de Bruijne.
Verder lezen:
Drieluik Ouderenzorg (1) – Internist Ouderengeneeskunde Ramon Dekker: “Screenen op kwetsbaarheid in plaats van leeftijd”
Drieluik Ouderenzorg (2) – Huisarts Floor Kolthof: “Geef meer aandacht aan de context bij de zorg voor de oudere patiënt”