Blog – Hoe digitaal wil de zorg zijn?
Blog door Esmee Boerstal.
Digitale zorg. Een onderwerp waar veel over wordt geschreven. Maar in hoeverre draagt digitalisering echt bij aan het toekomstbestendig houden van de zorg? Mura zocht het uit en dook in een aantal recente Nederlandse onderzoeken. Klopt het dat het gebruik van digitale zorg toeneemt? Welke bewijsvoering is er dat digitale zorg bijdraagt aan het oplossen van problemen in de zorg, zoals de hoge werkdruk? Wat is de meerwaarde van digitale zorg volgens zorgverleners en zien patiënten het eigenlijk wel zitten?
Gebruik en draagvlak digitale mogelijkheden nemen toe
“Meer handen aan het bed kán helemaal niet, maar het hoeft ook niet. Digitalisering maakt anders werken mogelijk. Helaas zitten we vast in het paradigma ‘zorg is doen’. En dus gebruiken we de mogelijkheden die er zijn nog veel te weinig.” aldus Maarten van Rixtel, ICT & Health, 23 maart 2023.
Ik kan me vinden in de stelling van Van Rixtel dat digitalisering veel kan opleveren, zowel in efficiëntie als in effectiviteit. En dat digitalisering extra mogelijkheden biedt om slimme, passende, toegankelijke zorg te bieden. Maar ik ben het niet helemaal met hem eens dat het gebruik achterblijft. We zijn er zeker nog niet, maar digitale zorg wordt steeds ‘normaler’. De E-healthmonitor 2022 laat zien dat de mogelijkheden om met digitale middelen de kwaliteit van de zorg en de eigen regie van de patiënt te verbeteren, steeds meer worden ingezien door zorgverleners. Ook gebruikten in 2022 aanzienlijk meer professionals digitale middelen dan in 2021, zoals:
- Het aantal zorgverleners dat gebruikmaakt van beeldbellen stijgt van 55% in 2021 naar 58% in 2022.
- Het aantal huisartsenpraktijken dat patiëntportalen aanbiedt, neemt toe van 79% naar 88%. Dit zijn websites of apps waarin patiënten onder andere hun medische gegevens kunnen inzien en bepaalde zaken zelf kunnen regelen. Denk aan het aanvragen van een herhaalrecept.
- Verpleegkundigen gebruiken vaker digitale technieken om de veiligheid van de patiënt te bewaken, zoals een digitale controle op het gebruik van medicijnen. Dit steeg het afgelopen jaar met 11% naar 49%.
Een andere conclusie uit de E-healthmonitor 2022 is dat er duidelijk meer draagvlak voor digitale zorg ontstaat onder zorgverleners (t.o.v. 2021). Wat ik me hierbij wel afvraag, is of de toename in het gebruik van digitale zorg leidt tot meer draagvlak (we zien dat het werkt) of is het zo dat meer draagvlak zorgt voor meer gebruik (we geloven dat het werkt en gaan het doen)?
Het gebruik van en het draagvlak voor digitale middelen neemt dus toe. Maar wellicht niet hard genoeg, gezien alle (technische) mogelijkheden die er zijn. Levert digitale zorg niet de beloofde tijdwinst op? Is er geen draagvlak onder de zorgverleners? Of willen de patiënten niet? Laten we de nieuwste Nederlandse onderzoeken eens doornemen.
Waarom digitale zorg niet altijd bijdraagt aan minder werkdruk
De E-healthmonitor 2022 laat zien dat zorgverleners neutraal tot licht positief zijn over de mogelijkheden die e-health biedt om de zorgkosten te drukken, de werkdruk te verlagen en het werkplezier te verbeteren. Het onderzoek “effectiviteit van e-health in de huisartsenzorg” van de vakgroep Huisartsgeneeskunde van Maastricht University vond echter geen bewijs dat vier verschillende digitale zorgtoepassingen (e-consult, videoconsult, telemonitoring, zelftriage) de werkdruk van huisartsen verminderden en daarmee het personeelstekort in de huisartsenzorg terug kunnen dringen. Op LinkedIn reageerde Danka Stuijver (huisarts en columnist van de Volkskrant & Medisch Contact) op dit onderzoek met de stelling dat e-consulten vooral zorgen voor ‘de valkuil der laagdrempeligheid’ (en dus meer werk). Ter illustratie noemt ze: “Beste huisarts: ‘Doet u mij maar een bloedtest. Op alles.’ ‘Wij gaan een houtkachel kopen voor binnen. Hebben jullie adviezen ten aanzien van welke veilig zijn voor kinderen?’ ‘Mijn rug is verbrand door de zon op Curaçao (zie foto) welke aftersun moet ik halen en hoe vaak moet ik het smeren?’” etc. Waarschijnlijk kunnen alle huisartsen of assistenten zo tal van voorbeelden geven die mogelijk leiden tot een éxtra belasting, juist door de digitale mogelijkheid. Hoe zorgen we ervoor dat de laagdrempeligheid die bijvoorbeeld een e-consult biedt, niet ten onder gaat aan zijn eigen succes?
Hoe zorgen we dat digitale zorg wél bijdraagt aan minder werkdruk
Met een collega uit het veld sprak ik over de inzet van de helpdesk digitale zorg in de regio als kansrijke (deel)oplossing. En zou een app als ‘vraag het de huisarts” van Anderzorg (Menzis) wellicht ook ontlastend kunnen werken? Op dit moment wordt onderzocht of de app ook de druk op de huisartsen vermindert. Een andere oplossing is om als praktijk zelf het voortouw te nemen en je patiënt digitaal op weg te helpen. Wellicht met deze tips:
- Check de digitale vaardigheden van je patiënt. Door middel van deze ICT & Health, 23 maart 2023 kun je de digitale vaardigheden van je patiënt snel inschatten en bespreekbaar maken (download de gesprekslijst als pdf).
- Doe de Praktijkcheck digitale toegankelijkheid in de huisartsenpraktijk. Ook als zorgorganisatie kun je controleren of jouw organisatie toegankelijk is voor minder digitaal vaardige patiënten, doe de praktijkcheck.
Viva la DiVa
In het Maastrichtse onderzoek lees ik: “Dit [afname werkdruk en toename werkgeluk] is ook afhankelijk van het enthousiasme van de huisarts over digitale zorg en hoe goed zorgtoepassingen in de praktijk zijn geïmplementeerd”. Maarten van Rixtel: “Transitie is keihard nodig… Als zorgorganisaties moeten we leren om volledig digitaal te gaan werken en zorgprofessionals optimaal te ondersteunen. Dat vraagt veel van de organisatie en van medewerkers”. Professionals moeten dus willen én kunnen omgaan met digitale innovaties. Volgens mij ligt hier een belangrijke taak voor bestuurders en leidinggevenden van zorgorganisaties. Zij dienen een duidelijke visie en leiderschap te hebben op de rol van digitalisering. Het succesvol laten landen van technologische innovaties vraagt om een transformatie waarbij de bestaande zorgprocessen en de digitale mogelijkheden goed op elkaar worden afgestemd. Dit heet ‘sociale innovatie’. De zorgverlener en de patiënt moeten centraal staan en niet de innovatie an sich. Dit betekent dat de innovatie voor de zorgverlener en voor de patiënt van meerwaarde moet zijn, bijvoorbeeld door het vergroten van zelfredzaamheid, eigen regie en preventie. En vergeet daarbij de digitale vaardigheden (DiVa) bij medewerkers niet. Het ontbreken van digitale vaardigheden is een onderschat probleem wanneer een organisatie digitale innovaties succesvol wil implementeren. Als je onvoldoende digitale vaardigheden hebt, kan dit een oorzaak zijn van werkdruk, stress en uiteindelijk zelfs het verlaten van de zorg.
Kennen, Kunnen, Kiezen: Hoe maken we digitale zorg tot een succes?
Resumerend: willen we voorkomen dat niemand meer in de zorg wil werken, dat zorgverleners omvallen door de werkdruk en dat (toekomstige) patiënten aan hun lot worden overgelaten? Dan moeten we digitale zorg niet onze rug toe keren, ondanks dat het nu nog niet de gewenste tijdwinst oplevert. Daan Dohmen, ondernemer en hoogleraar innovatieve zorgtechnologie geeft in een interview met Ineen aan dat hij ziet dat de eerstelijn (digitale) kansen onbenut laat. “Er zijn veel goede ideeën, maar dikwijls willen betrokkenen iedereen overtuigen voordat ze het eerste stapje zetten. … Je kunt beter van start gaan met de voorstanders. Door het idee toe te passen in de praktijk, leer je wat goed en minder goed gaat en kom je tot een steeds beter resultaat. Dat resultaat heeft meer overtuigingskracht dan een discussie vóór de beoogde implementatie”. Oftewel, laten we maar gaan doen!
Blijf op de hoogte
Digitalisering staat nooit op zichzelf: je moet Kennen, Kunnen en Kiezen waarop en hoe je digitalisering inzet. Mura helpt je graag op weg en doet dit door in te zetten op de drie pijlers: Kennen, Kunnen en Kiezen. Wat deze pijlers inhouden en hoe we je helpen lees je in onze volgende nieuwsbrief. Nu al nieuwgierig of wil je meer weten? Neem dan contact op met Esmee Boerstal.
De onderzoeken
De E-healthmonitor volgt de ontwikkeling van digitale zorg. Ieder jaar opnieuw worden cijfers gepresenteerd over e-health, maar komen ook uitgebreid zorgverleners en patiënten die gebruik maken van digitale tools aan het woord. De E-healthmonitor wordt sinds 2021 uitgevoerd door het RIVM, samen met het Nivel en het NeLL en in opdracht van het ministerie van VWS. Bekijk hier het volledige rapport.
Het ‘Effectiviteitsonderzoek inzet e-health in de huisartsenzorg’ is uitgevoerd door de vakgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Maastricht. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van VWS, NHG, LHV en InEe en concentreert zich op drie vormen: contact op afstand (videobellen en e-mailconsultatie), telemonitoring en digitale zelftriage. Bekijk hier het volledige rapport (account voor LINK noodzakelijk).