Oogvallei, samen werken aan de beste oogzorg
“Driekwart van de patiënten hoeft niet meer naar het ziekenhuis”
De vraag naar oogzorg groeit enorm, mede door de vergrijzing en toenemende behandelmogelijkheden. In de regio Gelderse Vallei sloegen we de handen ineen om de oogzorg dichtbij huis, snel en toegankelijk te organiseren. De resultaten zijn veelbelovend.
Brenda Pekkeriet is huisarts (met CHBB-registratie Oogheelkunde) en lid van de projectgroep. Zij herkent de urgentie vanuit haar praktijk. “Ik kreeg steeds meer patiënten met oogklachten op mijn spreekuur. Die verwees ik vaak zonder diagnose door naar een oogarts. Dat voelde heel onbevredigend.”
Oogzorg op de juiste plek
Omdat de vraag naar oogzorg alleen maar verder groeit, startten verschillende zorgpartijen samen met Mura Zorgadvies een project om de oogheelkunde regionaal anders te organiseren en daarmee de oogzorg met minimaal gelijkblijvende kwaliteit toegankelijk en betaalbaar te houden. Anneke Jansen, projectleider bij Mura, vertelt: “Aanleiding was de vraag hoe je aan de toenemende zorgvraag kunt beantwoorden en op welke plek je dit het beste kunt doen. Zorgverleners zagen kansen om de zorg anders te organiseren door de mogelijkheden van de optometrist te benutten en daarmee onnodige verwijzingen naar een specialist te voorkomen. Dat heeft zich via een aantal tussenstappen ontwikkeld tot een aanpak waarbij patiënten met laagcomplexe klachten worden verwezen naar de optometrist in plaats van naar de oogarts.” Uit de pilot blijkt dat zij driekwart van de oogklachten direct kunnen behandelen. En omdat er meer optometristen zijn dan oogartsen, kunnen patiënten meestal snel én dichtbij huis terecht.
De pilot in het kort |
|
Wanneer verwijs je door?
De projectgroep stelde een verwijsbeleid op met als uitgangspunten: de optometrist behandelt de niet-acute, laag complexe oogproblemen. De specialist doet de spoedeisende en complexe oogproblemen. Brenda vertelt hoe dat in de praktijk werkt. “Als patiënten nu via de opticien bij mij komen, geef ik ze niet direct dat verwijsbriefje. Ik weeg beter af wanneer ik doorverwijs. Ouderen met staar moeten sowieso naar de oogarts. Maar bijvoorbeeld glaucoomscreening en behandeling van rode ogen en droge ogen kunnen ook bij de optometrist. Voor de patiënt maakt het overigens weinig uit”, aldus Brenda, “zij zijn gewoon blij dat ze snel dichtbij huis terecht kunnen bij iemand met verstand van zaken en dat hun eigen risico niet wordt aangesproken.”
Obstakels overwinnen
“Mura zorgt samen met zorgverleners, hun organisaties en andere betrokken partijen dat vernieuwende ideeën daadwerkelijk gerealiseerd worden, zonder zorgverleners daarmee onnodig te belasten”, onderstreept Anneke. “Want het ‘anders organiseren’ van zorg gaat niet vanzelf”, benadrukt Brenda. “Wij als zorgverleners hebben een organisatie als Mura hard nodig. Bijvoorbeeld om alle partijen aan tafel te krijgen. Mura is goed op de hoogte en begeleidt alles, zelf zijn wij gewoon te druk met andere dingen.” Anneke voegt daaraan toe: “Onze rol is ook ervoor te zorgen dat het proces steeds een stap verder komt.” Zo zijn er gaandeweg het proces verschillende obstakels overwonnen. Anneke geeft een voorbeeld: “Optometriezorg dreigde niet vergoed te worden door een aantal zorgverzekeraars, simpelweg omdat er nog geen betaaltitel is voor optometrie in de eerste lijn. Daar mag een pilot niet op stuklopen. Dus we hebben met elkaar geregeld dat patiënten van die verzekeraars de optometriezorg alsnog vergoed krijgen. Wat we namelijk niet willen is dat de huisarts eerst iemands verzekering moet checken, voordat hij een patiënt doorverwijst.”
Onderling vertrouwen
De belangrijkste factor voor succes in deze pilot is het onderlinge vertrouwen tussen de huisarts, optometrist en specialist. Brenda ervaart in elk geval dat de optometristen hun bevindingen keurig aan haar terugkoppelen. “Het is wel een leerproces voor ons allemaal. Soms verwijzen we niet goed door, dan had iemand toch naar de oogarts gemoeten. Door dat met elkaar uit te wisselen, leer je weer. Daarom is de gezamenlijke evaluatie zo belangrijk.”
Mooie resultaten
De nieuwe werkwijze is de pilotfase inmiddels voorbij en wordt structureel voortgezet. Huisartsen kunnen blijven verwijzen naar de deelnemende optometristen. Alleen patiënten die medisch specialistische zorg nodig hebben verwijst de optometrist door naar de oogarts. Patiënten zijn blij dat ze snel en dicht bij huis terecht kunnen bij iemand met verstand van zaken zonder dat het eigen risico wordt aangesproken. En de wachttijden bij de oogarts worden zo verkort. Vergelijkbare oogzorgprojecten in het hele land tonen ook veelbelovende resultaten. De grote uitdaging is de borging van zowel de kwaliteit als de financiering. Wat volgens Anneke helpt is dat dit initiatief landelijk wordt ondersteund door de verenigingen van oogheelkunde, optometristen en patiëntenorganisatie.
Samenvatting in cijfers:
- In totaal 3.083 patiënten zijn door hun huisarts naar de optometrist verwezen sinds de start van het project (1 september 2019) tot en met 31 juli 2022.
- 73% van de patiënten is in de eerste lijn behandeld.
- Top 3 verwijsredenen van huisarts naar optometrist: geleidelijke visusdaling, niet acute flitsen en/of vlekken en vermoeden refractiestoornis bij kinderen tussen 8-12 jaar.
- Top 3 verwijsredenen van optometrist naar oogarts: cataract (staar), glaucoom en visusdaling.
Deze en andere resultaten van de pilot lees je in deze factsheet.
“Oogvallei, samen werken aan de beste OogZorg”, is een innovatief project waarin Oogzorgpraktijken Nederland (OZPN), Huisartsen Gelderse Vallei (HAGV), Bergman Clinics, Menzis en Mura Zorgadvies samenwerken aan goede oogzorg met oog voor de patiënt.