Stokje doorgegeven: Babyconnect Midden- en Oost Nederland klaar voor de volgende fase
Zo’n 14 jaar geleden liepen professionals in de geboortezorg tegen dezelfde frustratie aan: essentiële informatie over cliënten was wel ergens beschikbaar, maar nooit op één plek. Gegevens gingen rond per brief, fax of via telefoontjes tussen verloskundigen, ziekenhuizen en kraamzorgorganisaties. Aan zorgverleners de taak om al die losse informatie bij elkaar te zoeken.
Elke organisatie in de geboortezorg werkt met een eigen systemen. Die veelheid aan systemen en overdrachtsmomenten, maakte dat belangrijke informatie gemist werd of verkeerd werd overgenomen. Daarnaast wist de zwangere of kraamvrouw niet welke informatie over haar werd gedeeld en met wie. Dat besef vormde de aanleiding om het anders te willen: veiliger, efficiënter en transparanter.
Op weg naar gegevensuitwisseling
De wens voor Babyconnect was geboren: een integraal dossieroverzicht voor de geboortezorg. Op die ene plek zouden alle betrokkenen – verloskundigen, echocentra, ziekenhuizen, kraamzorgorganisaties, jeugdgezondheidszorg én de cliënt zelf – dezelfde, actuele informatie zien. Tien jaar lang werd er gewerkt aan de voorfase, waarin partijen onderzoek deden en de markt werd geconsulteerd.
In 2020 maakte het ministerie van VWS bekend dat er subsidie kon worden aangevraagd voor Babyconnect. Eén van de voorwaarden was dat een RSO (regionale samenwerkingsorganisatie) of ROS (Regionale Ondersteuningsstructuur) penvoerder zou zijn. Zo kwamen Mura Zorgadvies en Proscoop in beeld als trekkers en Proscoop ook als penvoerder. Collega’s Anneke Jansen (Mura Zorgadvies) en Melissa Davina (Proscoop) namen het voortouw. Samen vormden zij een projectteam met onder andere Pieter Don (WeHealth), Anita Lahuis en Maaike Telnekes (beiden Proscoop). “Het Babyconnect-traject laat zien hoe complex digitale gegevensuitwisseling in de geboortezorg is, maar ook hoeveel winst er te behalen valt als ketenpartners samenwerken en volhouden,” vertelt Melissa Davina.
Één digitaal overzicht voor de geboortezorg
Samen met de 7 Verloskundige SamenwerkingsVerbanden (VSV’s) en 1 Integrale Geboortezorgorganisatie (IGO) van Midden- en Oost- Nederland is er de afgelopen 5 jaar samengewerkt aan integrale digitale gegevensuitwisseling. Met behulp van ICT is Babyconnect een veilige, eenduidige en cliëntgerichte digitale omgeving voor de complete geboortezorg. Het eindresultaat is de Babyconnect-viewer, een soort overkoepelend beeldscherm waarin gegevens uit verschillende systemen samenkomen. Je kunt het zien als een digitale laag die bovenop alle bestaande systemen ligt en alle relevante informatie zichtbaar maakt, zonder dat de onderliggende systemen zelf worden aangepast. Deze weergave-tool geeft verloskundigen, ziekenhuizen, kraamzorgorganisaties en echocentra inzicht in elkaars gegevens. Ook is de techniek voorbereid voor de overdracht naar de Jeugdgezondheidszorg.
Anneke Jansen: “Interoperabiliteit gaat over systemen die ‘elkaar begrijpen’. Bij Babyconnect gaat interoperabiliteit verder: afstemming van het zorgproces, datastandaarden, techniek, beveiliging en organisatorische afspraken. Eerst bepalen welke informatie wanneer nodig is, dan pas hoe we dat technisch voor elkaar krijgen.”
Ingrid Kiezebrink, klinisch verloskundige in de regio Deventer, destijds voorzitter Integrale Geboortezorg Organisatie Salland (IGO Salland) en namens hen lid van de stuurgroep Babyconnect Midden- en Oost-Nederland: “Toen we 5 jaar geleden begonnen, dachten we dat het om een implementatietraject ging. Maar uiteindelijk werd het ‘eerste draaien, dan verfraaien’.” Anneke Jansen vult aan: “Stap-voor-stap ontwikkelen en testen maakte de viewer steeds beter passend bij het werkproces. Zorgverleners vonden dat soms oncomfortabel, zij wilden vooraf duidelijkheid.”
Toestemming en toegankelijkheid
Medewerkers van de betrokken organisaties hebben instructies gehad, zodat zij gegevens kunnen uitwisselen. Dit stelt eisen aan toestemming en toegankelijkheid. Hoewel zij met toestemming van de cliënt inzicht kunnen krijgen in elkaars gegevens, moeten ziekenhuizen en verloskundigen dit wel expliciet bij elkaar aanvragen en er duidelijke afspraken over maken. Privacy, samenwerking en uniforme werkwijzen staan daarbij centraal. Het projectteam heeft onder andere documentatie ontwikkeld die de nieuwe processen verduidelijkt. Ook nu, in de beheerfase, wordt door onder andere HINQ, Blinkz, VSV’s en de RSO’s continu gewerkt aan verbeteringen.
Dit traject liep anders dan verwacht. Landelijk, regionaal en lokaal moesten organisaties met elkaar samenwerken. Dat ging met ups en downs. Het duurde bijvoorbeeld lang voordat er op landelijk niveau afspraken waren met alle leveranciers. Terwijl in de regio de zorgverleners aandrongen op meer snelheid. Anneke Jansen: “De ketenpartners spraken met één stem richting leveranciers van informatiesystemen. Door een gezamenlijke, duidelijke vraag konden leveranciers sneller aansluiten op de behoeften van de geboortezorg.” Uiteindelijk hebben alle ruim 100 organisaties – verloskundigenpraktijken, echocentra, kraamzorg, ziekenhuizen, jeugdgezondheidszorg – gezamenlijk een contract ondertekend met HINQ en hun organisatie digitaal aangesloten.
Over samenwerken
Anneke: “Samenwerking vraagt tijd, vertrouwen en doorzettingsvermogen. We kwamen vooruit, maar dat ging soms langzaam, bijvoorbeeld omdat een vertegenwoordiger geen mandaat had, waardoor er extra gesprekken met achterban of bestuurders moesten plaatsvinden. Wat hielp: het besef dat kleine winst voor de één, een groot voordeel kon opleveren voor een ander – en zeker voor zwangeren.”
Pieter: “Een belangrijke succesfactor is de inzet van zorgverleners geweest. In de werkgroepen en als key-user. De key-users en de stuurgroepleden vormden het cement van de samenwerking en zorgden dat er bij de zorgorganisaties voldoende vertrouwen was om aangehaakt te blijven, ondanks de verschillende onzekerheden.”
Melissa: “We waren een geoliede machine. Juist door de diversiteit in ons team kon ieder goed z’n eigen rol pakken. Het was intens, het was leerzaam én het was leuk. Ik kijk met trots terug op hoe we deze klus hebben geklaard met elkaar!”
Digitalisering vraagt om meer dan techniek: het vraagt om mensen die samenwerken. Daar ligt de kracht van Proscoop en Mura. Samen bouwen we aan oplossingen die werken.
Loslaten
Tijd voor Proscoop en Mura om Babyconnect los te laten. Diverse regionale samenwerkingsorganisaties gaan Babyconnect beheren. Samen met zorgverleners wordt de viewer doorontwikkeld en verfijnd. Anita Lahuis: “Doel is dat de viewer volledig ingebed en een breed gedragen onderdeel wordt van de dagelijkse praktijk.” Namens RSO Trijn nam Eva Marquarita het figuurlijke stokje over van Proscoop tijdens een feestelijke afsluiting eind november 2025.
Meer informatie
Heb je vragen over dit project? Neem contact op met Anneke Jansen. Vanaf 2026 is Mura Zorgadvies niet meer betrokken bij Babyconnect, neem daarvoor contact op met RSO Trijn.
