Een gezond vooruitzicht? – VTV deel 3
Eén van de items uit de VTV 2018 die de landelijke pers als nieuws oppikte, is dat de mentale druk op jongeren lijkt toe te nemen. Zo kopte bijvoorbeeld de Telegraaf ’Mentale druk op jongeren neemt gevaarlijke vormen aan’. Wat is er aan de hand? Eerder al besteedde Mura aandacht aan het onderwerp kwetsbare ouderen en de toename van chronische aandoeningen als hart- en vaatziekten en kanker uit de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 (VTV 2018). Nu in deel 3 zoomen we in op één van de andere uitdagingen voor de zorg: de mentale druk op jongeren.
De mentale druk op jongeren en jongvolwassenen lijkt toe te nemen
Veel jongeren en jongvolwassenen ervaren druk om te presteren en deze lijkt toe te nemen. In 2014 gaf ongeveer 78 procent van deze groep aan de prestatiedruk als hoog te ervaren. Eén van de mogelijk verklarende factoren is de versobering van de studiefinanciering, waardoor meer jongeren een bijbaantje nodig hebben om hun kosten te kunnen dekken. Een ander signaal is dat steeds meer jongeren gebruik lijken te maken van (off-label) middelen die de kans op (studie)succes verhogen, zoals ADHD-medicatie. Ook onder middelbare scholieren wordt hoge prestatiedruk en stress ervaren. Aanpassingen in de leeromgeving, zoals inzet op studentenwelzijn in hoger onderwijs en gezonde middelbare scholen zijn nodig om deze trend te keren. Zie ook deze video waarin een zorgcoördinator voor scholieren en een student vertellen wat deze opgave betekent voor hun dagelijkse praktijk en hun dagelijks leven.
Sociale media leiden tot nieuwe psychische klachten
Het gebruik van sociale media draagt ook bij aan de druk op jongeren en jongvolwassenen. Hierbij lijkt het vooral te gaan om het ideaalbeeld van het perfecte leven dat via het selectief delen van hoogtepunten via sociale media wordt gestimuleerd. Gebruik van sociale media en het lang online zijn kan psychische problemen in de hand werken, zoals angst, depressie en slaapproblemen. Ook kan het leiden tot meer burnout of burnoutachtige klachten. Daarom is het van belang om bij jongeren en jongvolwassenen in te zetten op kennis en vaardigheden over hoe ze het beste om kunnen gaan met deze drukfactoren, en te zorgen dat ze mentaal weerbaar zijn en blijven. Bovendien kan het langdurig kijken naar schermen van bijvoorbeeld smartphones of tablets ook leiden tot fysieke problemen, zoals bijziendheid, een verstoord bioritme en slaapproblemen door ‘blauw licht’. Ook andere technologieën waar jongeren veelvuldig gebruik van (zullen gaan) maken, zoals gaming en virtual reality, kunnen negatieve gevolgen hebben voor psychische gezondheid. Zo hangt problematisch gamegedrag of zelfs ‘gameverslaving’ sterk samen met ongeoorloofd (school)verzuim, slaapgebrek, sociale isolatie en zelfverwaarlozing.
Belang van e-health in GGZ neemt verder toe
Door de verdere digitalisering van de maatschappij zal ook e-health in de komende decennia een grotere rol gaan spelen in de geestelijke gezondheidszorg. Er is de afgelopen jaren al een toename te zien in het aantal online gezondheidstoepassingen in de GGZ, zowel in de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg als de huisartsenpraktijk. Er zijn vooral veel e-healthinterventies (bijvoorbeeld apps) beschikbaar voor of rond de behandeling van angst en depressie. Die zijn ook vaak aantoonbaar effectief en goed toegankelijk. Daarnaast wordt steeds vaker gebruik gemaakt van beeldbellen, bijvoorbeeld bij de behandeling van angstklachten. Dit maakt het eenvoudiger om patiënten te zien die (nog) niet naar de behandelkamer durven te komen. Voor een goede behandeling blijft ook werkelijk (face-to-face) contact tussen behandelaar en patiënt van wezenlijk belang. Een goede balans tussen ‘betekenisvol menselijk contact’ en online contact moet daarom juist in de geestelijke gezondheidszorg worden gewaarborgd. De VTV benadrukt het belang van vroegsignalering en samenwerking tussen onderwijs, werk, welzijn en zorg om jongeren en jongvolwassenen goed te ondersteunen.
Wat gebeurt er al in de regio?
Voor de pers was de toenemende mentale druk ‘hot news’. Zorgverleners in de regio en Mura kennen deze trend -helaas- al langer. Met de invoering van de basis-GGZ is de rol van de huisarts toegenomen. Onder andere de inzet van een POH-GGZ Jeugd die de verbinding legt tussen de eerstelijnszorg en de jeugdzorg vanuit de gemeente lijkt te kunnen bijdragen aan een vroegtijdige en laagdrempelige aanpak. Specifieke projecten gericht op het verminderen van mentale druk bij deze doelgroep kennen wij vanuit Mura nóg niet in de regio, maar we starten ze graag met je!