Samen sterker: een toegankelijk preventieaanbod voor mentale gezondheid
Stress, prestatiedruk, rouw, eenzaamheid – bijna iedereen krijgt ermee te maken. In de regio Gelderse Vallei is een breed preventieaanbod beschikbaar om inwoners te ondersteunen. Maar hoe toegankelijk en zichtbaar is het? Bereiken we de mensen die het nodig hebben? De gemeente Ede vroeg Mura Zorgadvies om in kaart te brengen hoe het huidige aanbod werkt en waar kansen liggen voor verbetering.
Wat blijkt: het preventieaanbod in de regio Gelderse Vallei is erg breed en wordt verspreid geleverd door veel verschillende partijen. Van webinars tot groepsbijeenkomsten en individuele adviesgesprekken voor inwoners. De diversiteit aan interventies is groot: van rouw en zingeving tot slaap, middelengebruik en relatietraining. Zowel vrijwilligers als professionals bereiken veel inwoners met dit aanbod en uit evaluaties blijkt dat deelnemers de interventies positief ervaren. Belangrijke rode draad: inwoners treffen elkaar, voelen zich daardoor meer gezien, gehoord en gesteund. Het leven kan na de interventie weer beter worden opgepakt. Interventies gericht op professionals zorgen voor een betere samenwerking en het verkleint handelingsverlegenheid.
Dit artikel zet de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen verder op een rij, met suggesties die kunnen helpen:
- Regionale samenwerking: doorbreek gemeentelijke grenzen en maak aanbod toegankelijker.
- Bereik risicogroepen: investeer in preventie op maat voor kwetsbare doelgroepen.
- Sterkere verbinding tussen zorg en welzijn: verkort de lijntjes tussen huisartsen, GGZ, welzijn en gemeenten.
- Wijkgerichte aanpak: stimuleer ontmoetingsplekken en technologische innovaties voor meer verbinding.
Lees verder en ontdek hoe we samen kunnen werken aan een mentaal vitaal Gelderse Vallei.

1. Regionale samenwerking: doorbreek gemeentelijke grenzen en maak aanbod toegankelijker
Wat we zien is dat het aanbod versnipperd en wisselend georganiseerd is per gemeente. Dat bemoeilijkt de toegankelijkheid en zichtbaarheid en zorgt ervoor dat inwoners soms misgrijpen op ondersteuning die er regionaal wel is. Conclusie: we zouden nog veel meer inwoners kunnen bereiken met het aanbod.
Wat kan helpen?
- Laat woonplaats los – Zorg dat alle inwoners regionaal toegang hebben tot het preventieaanbod, ongeacht in welke gemeente ze wonen.
- Zorg voor regionaal overzicht en inzicht – Een sociale kaart of centraal een regionaal overzicht van de interventies helpt professionals én inwoners om de juiste ondersteuning tijdig te vinden.
- Ga in gesprek met andere gemeenten over hun behoeftes en hoe nog beter aan te sluiten op het regionale aanbod – Met name kleine gemeenten hebben vragen zoals: Hoe krijgen we de behoeftes vanuit de inwoners scherp(er)? Hoe en voor wie kunnen we meer inzetten op preventief aanbod zowel in het voorveld als in aanvulling/ter vervanging van maatwerk? Wat doen de andere gemeenten al dat werkt?
Ter illustratie:
Een inwoner kan nu alleen deelnemen aan een bepaalde interventie als hij woont in de gemeente waar de interventie is ingekocht. Terwijl iemand die in een dorp verderop woont, in een andere gemeente, met dezelfde vraag buiten de boot valt. Dit is een gemiste kans om mentale gezondheid te versterken. Andere interventies zijn er juist voor een kleine doelgroep (bijvoorbeeld Nabestaanden na zelfdoding) en gebaat bij een regionale voedingsbodem.
2. Bereik risicogroepen: investeer in preventie op maat voor kwetsbare doelgroepen
Voor sommige risicogroepen is er nog onvoldoende preventief aanbod beschikbaar, zoals voor migranten, vrouwen, zwangeren en pas bevallen moeders. We weten uit epidemiologisch onderzoek, dat grote veranderingen vaak een rol spelen bij psychische problemen. Desondanks zien we dat het aanbod nog onvoldoende is toegespitst en gekoppeld aan bepaalde levensgebeurtenissen. Grote veranderingen in een levensloop kunnen inwoners kwetsbaar maken en risico op mentale klachten vergroten. Aanbieders kunnen daar beter op inspelen door op het juiste moment een passend aanbod aan te reiken.
Het bestaande aanbod sluit nog beter aan als interventies toegankelijk zijn voor alle doelgroepen, bijvoorbeeld voor mensen met niet-zichtbare beperkingen (LVB, ASS, NAH), mensen die leven in armoede, migranten, laaggeletterden etc. Het is daarbij essentieel dat de wervingswijze passend is bij de doelgroep. Wat daarbij helpt is de informatie goed aan te laten sluiten op de belevingswereld van de doelgroep of tijd te nemen voor een gesprek om deze inwoners te informeren.
Wat kan helpen?
- Investeer in aanbod voor risicogroepen en koppel het aanbod aan levensgebeurtenissen – Werk samen met huisartsen en POH’s die vroegtijdig signaleren en werk met sleutelpersonen binnen gemeenschappen om vertrouwen op te bouwen en aan te sluiten bij alle doelgroepen.
- Verrijk het bestaande aanbod, bijvoorbeeld door cultuur-sensitieve preventie of door interventies beter geschikt te maken voor mensen met niet-zichtbare beperkingen of voor laaggeletterden.
Ter illustratie:
Mensen met een migratieachtergrond. Het lukt ons tot op heden onvoldoende om aansluiting bij ze te vinden. We missen hierin cultuursensitieve affiniteit. Er speelt soms trauma of wantrouwen tegenover de overheid en de hulpverlening. Het zou mooi zijn als we in een eerder stadium cultuursensitief aanbod kunnen bieden, bijvoorbeeld voorlichting over het omgaan met bepaalde dilemma’s/vraagstukken in de Nederlandse samenleving.
3. Sterkere verbinding tussen zorg en welzijn: verkort de lijntjes tussen huisartsen, GGZ, welzijn en gemeenten
Preventie werkt het beste als professionals vanuit gemeenten, GGZ, huisartsenzorg en welzijnsorganisaties elkaar makkelijk weten te vinden en hun aanbod goed op elkaar is afgestemd. Op dit moment zijn professionals vaak nog onvoldoende op de hoogte van elkaars aanbod en vinden zij elkaar niet snel genoeg. Zo zien we bijvoorbeeld dat POH’s-GGZ mogelijkheden voor preventief collectief aanbod zien en niet weten dat dit aanbod er al is. Om beter te begrijpen waar de mismatch plaatsvindt en meer matches te realiseren, zijn kortere lijntjes tussen de partijen nodig.
Wat kan helpen?
- Realiseer korte lijntjes tussen aanbieders en huisartsen/POH’s-GGZ – Inwoners met beginnende mentale klachten komen vroegtijdig bij de huisarts in beeld en kunnen zo sneller aan een passend preventieaanbod gekoppeld worden.
- Breng aanbieders van preventieaanbod bij elkaar – Faciliteer kennisdeling en gezamenlijke leermomenten, zodat zij van elkaars aanpak en aanbod op de hoogte zijn en kunnen leren.
Ter illustratie:
Er is een groot aanbod en dat is verknoopt, daardoor zijn er ook eilandjes en zijn de organisaties niet altijd van elkaar op de hoogte. Het zou zinvol zijn om professionals meer in contact te brengen met elkaar, successen en aanbod te delen en te leren van elkaar.
4. Wijkgerichte aanpak: stimuleer ontmoetingsplekken en technologische innovaties voor meer verbinding
Regionale trends die we signaleren zijn: toename van psychische klachten, lange wachtlijsten, doelgroepverzwaring, huisvestingsproblematiek, polarisatie, digitalisering, individualisering, verward gedrag, prestatiedruk, eenzaamheid etc.
Belangrijke vraag die daarbij speelt: hoe zorgen we dat we weer (om)kijken naar elkaar? Een belangrijke oproep van de aanbieders is om ontmoetingen in de wijk te stimuleren. Laagdrempelige steunpunten kunnen in die behoefte voorzien.
Wat kan helpen?
- Ontwikkel meer laagdrempelige ontmoetingsplekken – Ontwikkel steunpunten in de wijk waar mensen makkelijk hulp krijgen en verbindingen met elkaar leggen.
- Bedenk nieuwe (technologische) vormen van verbinding – Denk aan telefonische netwerkcirkels of e-communities.
Meer weten?
Dit was een deelopdracht voor het preventieprogramma Mentaal Vitaal dat onderdeel is van de coalitie Mentaal Vitaal – Vitale Gelderse Vallei. Wil je meer weten over deze deelopdracht, neem dan contact op met Suzan Buitenhuis. Wil je meer weten over het preventieprogramma en de vervolgstappen die na dit advies volgen? Dan kun je terecht bij Saskia Hollants (Huisartsen Gelderse Vallei).